Door in een vroegtijdig stadium een goede ligging van de infrastructuur voor alle disciplines (verwarming, koeling, ventilatielucht, elektrische energie en dergelijke) te bedenken, was het mogelijk om de verschillende soorten van ruimten op de SEH te ‘verschuiven’ gedurende het ontwerpproces zonder dat een geheel nieuw ontwerp gemaakt diende te worden.
Op basis van de beschikbare bronnen (warmte, koude, stoom en elektrische energie) zijn weloverwogen keuzen gemaakt hoe de nieuwe installaties zijn gekoppeld op de aanwezige centrale systemen. Om de warmtevraag te beperken is gekozen voor ventilatiesystemen met een hoog rendement warmteterugwinning (> 85%). Op deze wijze was een koppeling mogelijk met de al aanwezige verwarmingsinstallatie. Voor de koeling van de ventilatielucht is gekozen voor een eigen opwekking per kast. En de ruimtekoeling (klimaatplafonds) is aangesloten op de al aanwezige koelinstallatie.
Het duurzame karakter van het installatieconcept is het hergebruiken en renoveren van de reeds aanwezige luchtbehandelingskasten. En gedeeltelijk hergebruik van luchtkanalen, leidingen en infrastructuur van kabelwegen.